Verhalen

Zo'n 5.00 meter breed was door de gemeente verhard. In 't midden 3.00 meter met scoriabricks - een blauwe gladde kei, gegoten van een afvalprodukt van de Engelse hoogovens - aan weerskanten daarvan een fietsstraatje van 70 cm - goot van 30 cm. Die laatsten van paarse dunne waalklinkers. Voor de rest had iedere Dorpsstraatbewoner z'n eigen straatje of stoep voor z'n huis. Geen twee straatjes waren eender. Beurs en smaak waren er aan af te lezen.

In de 17e eeuw stonden zowel aan de Kruisweg als op het dorp een schooltje waar de Bleiswijkse kinderen zo goed en kwaad als het ging onderwijs kregen. In 1621 was "in den Hoef" meester Tobias actief. Meester Tobias werd door de scriba (secretaris) van de classis "syn departement" aangeschreven, omdat hij als overtuigd Remonstrant weigerde "den Nederlantschen Catechismus, de Confessie ende de Canones Synodi" te ondertekenen.

Voor 1619 woedde in heel Holland en zeer zeker ook in Bleiswijk een hevige godsdienstig strijd tussen de Remonstranten en de contra-remonstranten over de leer van de pre-destinatie (uitverkiezing) 1). Tot 1619 hadden de Remonstranten in Bleiswijk, onder aanvoering van de zeer felle predikant Hendricus Slatius, de overhand. Na de synode in Dordrecht in 1619 werden de Remonstranten uit de Gereformeerde Kerk gezet en hun leer verboden, zo ook in Bleiswijk.

In het archief van het ambacht Bleiswijk (inv.nr. 897) bevindt zich een publicatie uit 1677, waarin een executoriaal beslag gelegd werd op de goederen van mr. Pieter van Santen. Van Santen was een vermogend man, maar is in financiele moeilijkheden gekomen zodat hij niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen. Een zo'n schuldeiser is P. van Gravenbroeck die Van Santen veroordeeld wist te krijgen tot openbare verkoop van zijn goederen.

Op 24 mei 1739 deden Jan Barent Tegelaar (36 jaar), Johanna Pieters (42 jaar, gehuwd met Dirk Hofland) en Arij van de Velde (33 jaar) voor baljuw en schout Willem Croes aangifte over het gedrag van Jan Rooderkerk, bijgenaamd Jan Groen. Tegelaar zag ergens in april 1739 Jan Rooderkerk, in gezelschap van Pieter Kraanhoorn en Arij van Wijk, voor het huis van Arij van Wijk wat heen en weer ijsberen, " te wateren", en onverstaanbaar in zichzelf te mopperen.