Deze molen werd niet zoals gebruikelijk uitgerust met een staand scheprad, maar met een hellend scheprad. Dit hellend scheprad was een plan van Antoine Eckhardt, die het in 1771 presenteerde. Vergeleken met het traditionele scheprad dat haaks op het wateroppervlak staat, heeft dit systeem belangrijke voordelen. Het hellend scheprad is stabieler en doordat het minder hoog is kun je er gemakkelijk een molen omheen bouwen. Verder beweert Eckhardt dat zijn systeem even veel water kan verplaatsen als twee molens met een standaard scheprad.De locatie is ten noorden van de A12 langs de rechter oever van de Rotte in Bleiswijk.Het restant van de proefmolen no. 2 van de Bleiswijkse droogmakerij.
Tussen 1772 en 1779 wordt bij de Bleiswijkse droogmakerij uitgebreid met het hellend scheprad geëxperimenteerd. Het rad blijkt slechts 30% meer capaciteit te hebben, in plaats van de geclaimde 100%. Daarnaast is de traditionele molen veel goedkoper te produceren. Toch krijgt Eckhardt een octrooi voor zijn vinding en hij gaat verder met de ontwikkeling van het rad. Tussen 1808 en 1839 wordt bij het droogmalen van de Zuidplaspolder opnieuw met het hellend scheprad gewerkt. Het oordeel van de inspecteur van Rijkswaterstaat Jan Blanken is uiteindelijk negatief: de voordelen van het hellend scheprad wegen niet op tegen de hoge kosten.
Beschrijving van dit rijksmonument
Watermolen nr. 1 van de “A”-gang van de Bleiswijkse droogmakerij Anno 1772. Gedeeltelijk gesloopt in 1915. Tot de middelzolder nog aanwezige achtkante watermolen uitgerust met een hellend scheprad. Ramen en deuren voor het overgrote deel nog in de oorspronkelijke vorm aanwezig alsmede de watergangen welke bij een hellend scheprad behoren. Het meest gave exemplaar welke van deze molen restanten nog aanwezig is.Beschrijving van dit rijksmonument